Open Cultuur Data Lab sessie: Juridische kaders
22 deelnemers van 17 culturele instellingen startten in april met het Open Cultuur Data Lab. In vier sessies leren zij alles over open data, auteursrecht, techniek en beleidsvorming. Deze sessies, verzorgd door Kennisland en Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en gefinancierd door het Netwerk Digitaal Erfgoed, begeleiden de instellingen na afloop met het openstellen van hun eerste dataset. Vorige maand kwamen 22 deelnemers van 17 culturele instellingen bijeen voor hun eerste sessie van het Open Cultuur Data Lab. Zij werken in vier sessies naar het openstellen van hun eerste dataset. Tijdens de eerste sessie kregen de instellingen een introductie over Open Cultuur Data. Afgelopen week was de tweede sessie, die in het teken stond van juridische kaders. Voor de tweede sessie stond het eerste hoofdstuk van de Open Data Reader 2016 op de agenda. Tijdens het bespreken borrelden de eerste vragen al op bij de deelnemers: Hoe definieer je strikt genomen een feit? Bestaat er een Europees auteursrecht? Wat is precies het verschil tussen een Europese richtlijn en Europese verordening? Wat doe je met werken waar de rechthebbende niet te achterhalen is? Tijdens deze sessie kwamen alle vragen rondom intellectueel eigendomsrecht aan bod. De sessie werd gegeven door Maarten Zeinstra, en aan het eind kwam Sabrina Verhage langs. Zij is kunstenaar en sprak over het project dat zij gaat doen met de data van de deelnemers aan het eind van de serie bijeenkomsten. De juridische kaders van open dataWanneer een instelling haar collectie digitaal beschikbaar wilt stellen als open data, krijgt deze te maken met intellectuele eigendomsrechten. Dit zijn onder andere auteursrecht, naburige rechten, databankenrecht en portretrecht. Om te achterhalen of een werk wel of niet gepubliceerd kan worden is het van belang onderzoek te doen naar de rechthebbende. In deze sessie kregen de deelnemers meer grip op deze intellectuele eigendomsrechten. De deelnemers stuitten al snel op de ‘flexibele’ reikwijdte van het auteursrecht. Zo is er geen algemeen Europees auteursrecht (hoewel deze in grote lijnen wel op elkaar lijken), maar zijn er verschillende regels en uitzonderingen per land. Zo bespraken we bijvoorbeeld uitgebreid de publicatie van het Anne Frank dagboek in Polen. Daarnaast zijn alleen originele uitdrukkingen beschermd en geen ideeën en feiten. Eén van de deelnemers vroeg wat precies een feit is, en wanneer iets een originele uitdrukking is. Het voorbeeld werd hier gegeven bij het invoeren van data in het veld “omschrijving van het werk”. Wanneer is dit een opsomming van feiten en wanneer is het een originele uitdrukking? Iemand kan immers een werk omschrijven als “Bioscoopjournaal met beelden van de binnenstad van Amsterdam”, maar ook als “Boeiende registratie van de binnenstad van Amsterdam in haar hoogtijdagen, in de liederlijke stijl van beroemd filmregisseur Pietje Puk”.Maarten legt uit dat het uiteindelijk aan de rechter is om over grensgevallen een uitspraak te doen; de rechter maakt gebruikt van de richtlijn dat het “een eigen schepping van de auteur [moet] zijn”. Daarnaast hebben instellingen te maken met naburige rechten; de rechten van diverse uitvoerenden van een werk. Dit is vooral relevant voor opnames, bijvoorbeeld muziekopnames en videoproducties. Ook bespraken we het databankenrecht en het portretrecht. Dit deel van de sessie sloten we af met een oefening: Welke rechten zijn er allemaal van toepassing bij de clip Thriller van Michael Jackson? Oplossing: o.a. auteursrecht op tekst en muziek (apart), naburige rechten die waarschijnlijk naar de producent/regisseur gaan. Hieronder vallen de rechten van de dansers, de choreograaf, rechten van de decorontwerpers, etc. Vallen kleding en grimes hier ook onder? De uitgever van de video heeft voor deze video toestemming verkregen of de economische rechten, morele rechten blijven altijd bij de rechthebbende. Het openstellen van data“Hoe kan je als instelling alle uitzonderingen of rare regels van het auteursrecht weten?” vraagt één van de deelnemers. Dat is inderdaad lastig, want we weten ook niet hoeveel uitzonderingen er nog gaan komen. De grote hoeveelheid verschillende rechten en uitzonderingen maakt het moeilijk te communiceren welke rechten er precies op een werk zitten. Om dit te vereenvoudigen kan een instelling gebruik maken van open licenties. Door culturele instellingen worden voornamelijk Creative Commons (CC)-licenties gebruikt. Dit is een set van licenties voor werken waar auteursrecht op zit, die internationaal toestemming verleend om een werk te hergebruiken tot het niveau dat de auteur stelt. Bij sommige werken is het moeilijk te achterhalen wie de rechthebbende zijn. Een deelnemer noemt het voorbeeld van een collectie schooltassen, waar een logo van FC Utrecht op getekend is. Maarten stelt dat je bij het openstellen van je collectie kan denken aan de formule: risico = ernst * waarschijnlijkheid Een tip van Maarten voor elke instelling die begint met het openstellen van haar collectie: Begin met het openstellen van werken die voor 1860 zijn gemaakt. Deze vallen niet meer onder het auteursrecht en zijn (waarschijnlijk) in het publieke domein. Sabrina Verhage: Bring Your Own BeamerSabrina Verhage is kunstenaar en ontwerper, en houdt zich vooral bezig met experiental work: werk dat te ervaren is. Ze maakt onder andere immersieve installaties waarin mensen de integratie van digitale technologieën in onze fysieke wereld kunnen ervaren. Ze laat de deelnemers verschillende projecten zien en geeft een kijkje in haar werkproces. Aan de hand van de data die de culturele instellingen van dit lab open gaan stellen gaat Sabrina een kunstwerk maken. Dit kunstwerk wordt getoond op het evenement Bring Your Own Beamer, tijdens het Nederlands Film Festival in Utrecht. Wil je zelf aan de slag met Open Cultuur Data of wil je meer weten over de juridische kaders en intellectueel eigendom? Lees de reader en neem contact op met Maarten Zeinstra: mz@kl.nl. |