Hergebruik en toepassingen

De derde in de serie van vijf masterclasses vond maandag 7 mei plaats. Tijdens deze bijeenkomst werd er ingegaan op manieren waarop open culturele datasets hergebruikt kunnen worden en welke toepassingen hiermee ontwikkeld kunnen worden.

Hack de Overheid – breng ontwikkelaars en data-eigenaren bij elkaar
Lex Slaghuis van Hack de Overheid startte de avond met een presentatie waarin hij in ging op de opzet en uitkomsten van de diverse hackathons die door de jaren heen door Hack de Overheid zijn georganiseerd. Hierbij lag de nadruk op het feit dat het vooral belangrijk is om data-eigenaren en ontwikkelaars bij elkaar te brengen, zodat ze elkaar beter weten te vinden en een dialoog aangaan. Slaghuis liet een groot aantal voorbeelden zien van apps die waren ontwikkeld, met name vanuit de succesvolle Apps for Amsterdam en Apps voor Nederland competities. Een flink aantal van deze apps maakten gebruik van locatiegebaseerde en temporele metadata, waardoor informatie uit datasets letterlijk op een kaart en / of tijdlijn kan worden gezet. De presentatie werd afgesloten met een duidelijke boodschap: data openstellen leidt tot veel, onverwachte en leuke resultaten, dus je moet het gewoon doen.

Jonathan Carter en Paul Manwaring (Glimworm IT) – Vistory
De presentatie van Jonathan Carter en Paul Manwaring van de ontwikkelaars van Glimworm IT sloot naadloos aan op die van Hack de Overheid.

Glimworm IT won namelijk dit jaar het Goud op de Apps voor Nederland competitie met Vistory. Deze applicatie gebruikt geolocatie-technologie op smartphones om te bepalen waar je bent en laat je op basis hiervan historische films zien die in de buurt zijn opgenomen op basis van de Open Beelden dataset. Glimworm neemt regelmatig deel aan app competities, omdat het enerzijds een goede mogelijkheid biedt om met nieuwe datasets en technieken te experimenteren, en anderzijds het goed is voor het uitbreiden van je netwerk. Echter, het ontwikkelen van een geslaagde app voor een competitie kost meer tijd dan een hackathon-event alleen – soms gaan hier 100’en ontwikkeluren in zitten.

Arjan den Boer (ab-­c media) – Weblab experimenten met erfgoed
De laatste spreker van de avond was Arjan den Boer van ab-c media. ab-c media is een webbureau voor musea, archieven en monumenten. Naast betaalde opdrachten werkt het bureau ook aan experimenten vanuit het weblab, waarbij nieuwe technieken worden gebruikt om erfgoed op innovatieve manieren te ontsluiten, presenteren en verrijken. Een voorbeeld hiervan is een applicatie die ab-c ontwikkelde voor de Apps voor Nederland: Gezichten van het Rijksmuseum. Hierbij is gezichtsherkenningstechniek toegepast op de schilderijen, tekeningen en foto’s van het Rijksmuseum, waarvan de gegevens en afbeeldingen beschikbaar zijn via de Rijksmuseum API. Op 4.200 kunstwerken werden door de API zo’n 7.800 gezichten gevonden.

Daarnaast ontwikkelde ab-c media Rijksmonumenten.info, een app waarin alle 61.000 rijksmonumenten van Nederland zijn opgenomen. Binnen de app zijn meerdere informatiebronnen aan elkaar gekoppeld, zoals data van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Wikipedia-artikelen, afbeeldingen uit de Wikimedia Commons en Flickr. Aangezien deze informatie toch al bij elkaar was gebracht, besloot ab-c deze gecombineerde gegevens beschikbaar te stellen via een API. Door dit te doen wordt er iets terug gegeven aan de erfgoed- en ontwikkelaargemeenschap. Rijksmonumenten.info won evenals Vistory een Apps voor Nederland prijs, in de categorie ‘Onderwijs’.

Discussie
Vervolgens werden er enkele vragen in de groep gegooid: wat beschouwen ontwikkelaars en erfgoedinstellingen als de ‘killer app’ en wat is nu de meerwaarde van het openstellen van data?

Jonathan Carter en Paul Manwaring gaven aan dat de ‘killer app’ wat hen betreft audio-visueel materiaal bevat. Daarbij is volgens hen belangrijk dat gebruikers content kunnen delen van en specifiek kunnen samenstellen op een manier die aansluit op hun behoeften (‘social curation’). Lex Slaghuis stelde dat de ‘killer app’ al bestaat, maar dat we nog niet weten welke dit is. Ten slotte gaf Arjan den Boer aan dat het wat hem betreft het meest interessant is om verschillende collecties met elkaar te verbinden in een app.

Vanuit de deelnemers van de masterclass werd vervolgens aangegeven dat het hen duidelijk was geworden dat ze in gesprek moeten treden met ontwikkelaars om zo gezamenlijk tot een app te komen waar beide partijen iets aan hebben. Daarbij was de consensus van de deelnemers dat door data open te stellen, je bereik én relevantie als erfgoedinstelling enorm wordt vergroot. Over deze voordelen – en de verwachte risico’s – van het openstellen van data wordt verder ingegaan in het verslag van de vierde masterclass.